Breng een grote pan met gezouten water aan de kook. Doe de strandkrabben erin, laat het water weer aan de kook komen en kook ze 1 min. Giet af in een vergiet. Tik met een hamer de strandkrabben stuk, dan komt alle smaak goed vrij. Let op het spat af en toe.

Verwarm de olijfolie in een soeppan met dikke bodem en voeg de krabben toe. Bak ze een 4-6 min. en voeg dan de sjalot, knoflook en chiliflakes toe. Bak nog 5 min. en blus met de cognac af. Voeg het sinaasappelsap en de tomaatblokjes toe en zoveel water (800 ml-1 l) als nodig is, zodat de krabben net goed onder staan. Laat de bisque ± 45 min. trekken op zacht vuur, dus niet koken.

Zet een kom of pan klaar, zet er een passend vergiet op en leg er kaasdoek die vuil mag worden – de vlekken krijg je er niet goed uit – in. Schenk de bouillon door de doek en laat goed uitlekken. Druk zoveel mogelijk vocht uit de krabben.

Verwarm de bisque opnieuw en breng op smaak met peper en zout. Verwarm de maiskorrels in wat olijfolie en server de bisque met de mais. Geef het brood erbij.

* Strandkrabben kun je zelf vangen op het strand, lees hiervoor het verhaal van Maarten en Daan. Bij sommige viswinkels kun je ze van tevoren bestellen of overleg of ze bij je viskraam te koop zijn.

Bereiden ± 30 min.
Bisque trekken ± 45 min.